Allereerst maak ik hier voor een goede inzichtelijkheid onderscheid tussen de bloedgroepen "nat" en "vet". Onder nat versta ik alle opleidingen die gerelateerd kunnen worden aan het werken in en rondom het zwembassin. Onder vet versta ik alle opleidingen die gerelateerd kunnen worden aan het werken onder of boven het zwembassin, ofwel in de technische ruimten.
Er bestaat nog een derde groep genaamd facititair. Hieronde vallen de balie, kantoor en schoonmaak. De ZwembadBranche verzorgt hiertoe nog geen specifieke opleidingen maar maakt gebruik van al bestaande leerroutes van het reguliere onderwijs.
Ik begin met de natte opleidingen, ook wel allround zwembadmedewerker genoemd, zie hierna:
De Engelse benaming Lifeguard wordt vaak gebruikt als internationaal bekende benaming. Ik gebruik liever de benaming Toezichthouder. Nu bestaan vele plaatsen waar je toezicht kunt houden. Hier richt ik me bewust op zwembaden.
Deze specifieke opleiding omvat de theoretische kennis en de praktische vaardigheid.
De theorie van het toezichthouden is behoorlijk omvattend. Hiertoe volg je onderwijs in het leslokaal en doet schriftelijk examen plus een mondeling eindexamen.
De praktijk van het toezichthouden bestaat uit stage onder deskundige begeleiding.
Daarnaast dien je een aparte opleiding eigen zwemvaardigheid te volgen (diploma C van het Zwem-ABC) plus de opleiding Zwemmend Redden voor Zwembaden (ZRZ). Tenslotte is het bezit van een geldige medische opleiding (EHBO) verplicht.
Een instructeur ABC is specifiek opgeleid om kinderen te leren zwemmen. Dezelfde kennis is met enige aanpassingen ook bruikbaar voor senioren.
De inhoud is gericht op methodiek en didactiek van het zwemonderwijs. Daarnaast leer je meerdere leerroutes welke minimaal zijn gericht op het kunnen lesgeven in een standaard zwembad, een buitenzwembad en een diepwaterbad. Je dient beide basisprincipes te kunnen toepassen, lesgeven met behulp van drijfmiddelen maar ook zonder.
De Nederlandse zwemopleiding is gericht op zelfredzaamheid van het kind bij tewater raken. Alle kinderen dienen vier zwemslagen te leren, te weten; schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl en rugcrawl. De diplomaletters ABC staan voor een toenemende moeilijkheidsgraad en afstanden.
Een instructeur ABC dient een stevige theoretische leerweg te volgen welke wordt afgerond met een schriftelijk examen plus een mondeling eindexamen.
Een instructeur ABC dient een flink aantal uren stage te lopen welk resultaat wordt geëxamineerd voor een aantal eindcijfers.
Een instructeur ABC dient over het diploma C van het Zwem-ABC te beschikken, niet ouder dan twee jaar.
Daarnaast is een geldig medisch diploma vereist (EHBO) plus een aantal gedragsverklaringen waaronder een VOG.
Alle instructeursopleidingen die niet zijn gericht op het aanleren van het Zwem-ABC vallen onder deze noemer. De basis omvat een stevige theoretische opleiding waarin de bewegingsleer en trainingsleer centraal staan. Daarnaast kies je minimaal één specialisatie. Deze kunnen een ritmische grondslag hebben maar ook een bijzonder vaardigheid omvatten zoals bijvoorbeeld snorkelen, plankspringen of synchroon zwemmen.
Je volgt theorie in het leslokaal en rond af met een schriftelijk examen plus een mondeling eindexamen.
Daarnaast die je stage te lopen. Het praktijkexamen omvat het zelfstandig lesgeven in de gekozen specialisatie voor enkele eindcijfers.
Je dient over een geldige medische opleiding te beschikken (EHBO) plus een aantal verklaringen waaronder een VOG.
Verwar deze opleiding niet met kortdurende bijscholingen zoals bijvoorbeeld babyzwemmen of zwangerschapszwemmen. Wel kunnen deze specialisaties onderdeel zijn van de volledige opleiding.
Je hebt de voorgaande drie opleidingen gevolgd en een aantal jaren praktijkervaring opgedaan. Met deze voorkennis kun je deze opleiding volgen. Je leert samen met een team complexe vraagstukken op te lossen en door te voeren. Zoals bijvoorbeeld een volledige leerweg voor het Zwem-ABC in jouw zwembad of het ontwikkelen van een bewegingspakket voor doelgroepen op jaarbasis.
Deze functionaris wordt vooral praktijkgericht opgeleid, als coördinator van een team. Dus niet specifiek als manager, dat is een ander soort opleiding.
Ik ga verder met de vette opleidingen, ook wel zwembadtechnicus genoemd, zie hierna:
Een zwembad dient voor opening te worden gecontroleerd op veiligheid en functionaliteit. Dat is niet alleen in de vroege ochtend na de nacht maar ook na een periode van enkele uren sluiting. In ieder geval dient de waterkwaliteit te worden gecontroleerd door het verrichten van metingen. Daarnaast dient een checklist te worden doorlopen waarin de, te controleren, onderdelen staan benoemd. Denk hierbij aan het functioneren van de verlichting, de douches en toiletten en alle speelelementen. Tenslotte dient ook de technische ruimte(n) op de diverse apparatuur te worden afgelezen of alles goed functioneert, dus niet in storing staat.
Dit alles valt onder de technische dienst. Maar die functionarissen zijn niet altijd aanwezig. Daarom dienen alle zwembadmedewerkers over voldoende basiskennis te beschikken om deze controleronden uit te voeren. Daartoe is de opleiding Zwembadtechnicus 1 (ZTD1) ontwikkeld.
In de techniekbranche zijn enkele speciale diploma's verplicht waaronder Voldoende Opgeleid Persoon (VOP). Zonder dit certificaat mogen technische ruimten niet worden betreden. Daarom is VOP ingebouwd onderdeel van ZTD1.
De technische dienst is belast met de bediening en het onderhoud van alle technische installaties van een accommodatie. Daartoe dient deze functionaris over een specifieke opleiding te beschikken, Zwembadtechnicus 2 (ZTD2). Naast deze opleiding zijn nog enkele andere certificaten verplicht. Om technische handelingen te mogen verrichten dient de ZTD2 aantoonbaar Vakbekwaam Persoon te zijn (VP). Ook dient een geldig veiligheidsdiploma VCA in bezit te zijn. Voor de ZTD2 is dit minimaal Basis-VCA maar VOL-VCA strekt tot aanbeveling.
EHBO en BHV strekken eveneens tot aanbeveling maar zijn niet verplicht.
Een ZTD2 dient ook de grenzen te kennen. Zo zijn voor het mogen werken aan de elektrische installaties, hogedruk systemen en verbrandingstoestellen aparte diploma's vereist.
Het onderhoud van alle technische installaties in een accommodatie dient zorgvuldig te worden gepland en gecontroleerd. Hiertoe dienen onderhoudschema's aanwezig te zijn en een begroting van de onderhoudskosten. De Zwembadtechnicus 3 (ZTD3) is hiertoe deskundig opgeleid. Bij omvangrijke onderhoudstaken zullen werkzaamheden (deels) worden uitbesteed aan externe installatiebedrijven. Het opstellen van de aanbestedingen en controleren op corrrecte uitvoering daarvan is ook de verantwoordelijkheid van de ZTD3. Daartoe dient deze functionaris aantoonbaar bekwaam te zijn als Werkverantwoordelijke (WV).
Het diploma VOL-VCA dient in bezit te zijn, VIL-VCU strekt tot aanbeveling.
De ZTD3 is uitmuntend op de hoogte waar beperkingen optreden. Het werken aan elektrische installaties, hogedruk systemen en verbrandingstoestellen vergen aparte certificeringen. Maar ook installaties van toeleveranciers zoals bijvoorbeeld het waterleidingbedrijf stellen aparte eisen.
Er bestaat nog een vierde verantwoordingsniveau, te weten; Installatieverantwoordelijke (IV). Onder de Omgevingswet is dit de zogeheten Normadressaat. Veelal de eigenaar van de accommodatie. Dit hoogste aansprakelijkheidsniveau kan worden gedelegeerd naar de ZTD3 maar is meestal ondergebracht bij de directeur van de organisatie.
Samenvattend vind je op deze pagina alle basisinformatie over opleidingen voor de ZwembadBranche. Daarbij besteed ik nadrukkelijk aandacht aan de opleidingen zwembadtechniek. Klik daartoe voor meer informatie op de betreffende knop boven- of onderaan het scherm. Schroom niet contact met me op te nemen voor nadere informatie of een passend studieadvies.