Ethisch dilemma zwembadtechniek

Zwembadtechnicus ZTD3

Als ik in mijn jonge jaren uit het zwembad kwam stonk ik naar chloor en waren mijn haren en huid zeer droog. Het hoorde erbij, je wist niet beter. Toen ik later professional werd leerde ik in de beginfase het technische vakgebied van mijn leidinggevenden in de praktijk. Toen waren geluk en “emmerdosering” nog heel gewoon. Pas later werden speciale chloor- en zuurpompjes toegepast voor dit doel. De eerste commodore-64 werd in die jaren opgevolgd door de PC met 8086 processor. Waarmee ook het tijdperk van de computergestuurde zwembadmachinekamer het licht zag.

De filtratietechniek van zwembadwater was ook toen nog simpel maar effectief. En multifunctioneel bovendien. Mijn oude zwembad de Loete te Haastrecht was toen nog voorzien van open zandfilters en zonnecollectoren, een gestookte CV-ketel ontbrak. Met als gevolg dat het badwater na een aantal dagen bewolkt weer zeer koud werd, d.w.z. onder de 15 graden. Maar de zwemlessen moesten natuurlijk wel doorgaan i.v.m. de beperkte lengte van het zwemseizoen. Dus gaven we dan zwemles in de machinekamer in de open filters welke daartoe werden gevuld met het hete douchewater uit de boilers. Creatief en ontdekkend leren zwemmen is thans nog steeds modern. Tegenwoordig is dit bad voorzien van de modernste helofyten-filtertechniek met natuurlijk gezuiverd water, dus zonder chloor.

En dat brengt mij bij een persoonlijk ethisch dilemma. Waarom gooien we eigenlijk chloor in ons badwater?

Het supplement BAL artikel 15 in de, op komst zijnde, omgevingswet stelt het toedienen van chloor voor binnenzwembaden nog steeds verplicht. Doel is de zwemmer te behoeden tegen besmetting met ziekmakende bacteriën en virussen. Maar in diezelfde wet is ook een reeks artikelen opgenomen voor natuurlijk gezuiverde zwembassins waarin geen chloor wordt toegepast. Zwemmen in water zonder chloor is dus kennelijk wel mogelijk. Maar waarom dan niet ook toegepast in binnenzwembaden?

Chloor desinfecteert. Evenals een aantal andere bekende chemicaliën. De veronderstelling is dat er een buffervoorraad desinfectie preventief in het badwater aanwezig moet zijn. Maar is deze desinfectie in het zwembassin nu eigenlijk wel nodig? Is deze gedachtegang niet ook aan modernisering toe?

Het is met de huidige beschikbare technieken technisch mogelijk om alle soorten water volledig steriel te maken in de zwembadmachinekamer. Indien we dit honderd procent steriele water in het zwembassin pompen en het er ook weer op tijd uitzuigen is de kans op besmetting van een zwemmer relatief klein. Alleen mensen die zeer bevattelijk zijn lopen dan risico. Maar deze, zeer kleine, groep mensen zwemt niet vaak of in speciale therapiebaden.

Indien chloor wordt afgeschaft is de kans op het ontstaan van desinfectiebijproducten ook minimaal. Een deel van deze afvalstoffen komt bij chloorgebruik vrij in de zwemzaallucht met alle technische gevolgen en wettelijke bepalingen van dien. Zonder toepassing van chloor is dit deel van het euvel opgelost. Wat dan nog rest is de hoeveelheid uitgeademde lucht en de luchtvochtigheid. Net zoals in schoolgebouwen en ziekenhuizen. Dat is veel simpeler te overzien en te reguleren.

Is een zwembad zonder chloor beter voor de volksgezondheid?

De voordelen van een zwembad zonder chloor winnen het ruimschoots van de nadelen denk ik. De kans op besmetting is wel aanwezig maar in zeer beperkter, lees te verwaarlozen, mate. Maar dit is mijn persoonlijke visie.

Ik ben benieuwd naar de reacties op deze publicatie.

In Nunspeet is het zwembad zonder chloor nu in aanbouw. Ik volg die ontwikkeling op de voet.

In ieder geval wens ik hierbij alle amices genoeglijke dagen toe.

Ted Verbeek, ZwemConsult

Over Ted Verbeek

Auteur en onderwijsontwikkelaar ZwembadBranche