De zwemopleiding starten met de buitenbadmethode
Gedurende mijn carrière werkte ik in veel verschillende zwembaden waaronder deze, het Statenbad te Oudewater. Deze stad ligt centraal in het Groene Hart en op een behoorlijke afstand van binnenzwembaden in de omliggende regio. Sommigen kozen hiervoor en namen de extra benodigde reistijd voor lief. Maar het overgrote deel van de inwoners koos voor de seizoensgebonden zwemlessen in “hun eigen” prachtige buitenbad.
Ik startte mijn werkzaamheden in 1998 op het moment dat het oude diploma A en B, alsook het plaatsvervangende Basiszwemdiploma, werden afgeschaft. Het nieuwe Zwem-ABC werd in Nederland geïntroduceerd. Hiertoe was een volledig nieuw lesplan noodzakelijk. Het is zeer lastig om een dergelijk plan te ontwerpen voor een buitenbad omdat de wisselende weersinvloeden een stevige wissel leggen op de uitvoerbaarheid. Bij zonnig en warm weer zijn statische oefeningen zoals bijvoorbeeld stilliggend drijven op de rug wel mogelijk. Maar op een koude dag met veel regen is deze oefening alleen met improvisatie uitvoerbaar. In het warme water is het gevaar van onderkoeling nauwelijks aan de orde, maar staand in het ondiepe water is dit bij guur weer zeker een zwaarwegende factor. Hoe voorzie je hierin met een zwemlesplan? De oplossing is relatief simpel. Je maakt niet één maar twee lesplannen die naadloos op elkaar aansluiten.
De primaire leerstroom
Dit lesplan is gefundeerd op de conventionele leermethoden, lees het “ontdekkend” leren. Het is beschreven onder het tabblad Rugslagmethode. Bij warm weer dragen de kinderen hun gewone zwemkleding, dus een badpakje of zwembroek. Je werkt zoveel mogelijk zonder drijfmiddelen. De nadruk ligt in het begin van deze leerstroom op het leren drijven, zweven en zinken (Archimedes). Op het juiste moment worden de stuwbewegingen op een rustige wijze met de nadruk op techniek aangeboden (Bernoulli). De enkelvoudige rugslag en later, de schoolslag, staan hierbij centraal. De andere basiselementen vormen de verdere omlijsting van de les.
De secundaire leerstroom
Dit lesplan is gefundeerd op de trainingsleer. Veel, lees continue, bewegen met een hoog intervalritme. Het is beschreven onder het tabblad Borstcrawlmethode. Bij guur weer dragen de kinderen over hun gewone zwemkleding een apart samengesteld kledingpakket. Dit omvat een T-shirt plus, daaroverheen, een sweater met afgeknipte mouwen op de hoogte van de ellebogen. Dit met het doel om het buigen van de armen niet te belemmeren. Daarnaast komt een broek van dikke zware stof, zoals een spijkerbroek, eveneens met ingekorte pijpen boven de enkels. Het pakket wordt gecompleteerd met sportschoenen, voorzien van echte zolen, bij voorkeur met lucht gevuld. Dit heeft een doel! Buitenbaden zijn voorzien van antislibtegels of een ruwe coating. Bij veelvuldig rennen over die vloer schaaf je al snel de voetzolen stuk, schoenen voorkomen dat. De luchtzolen hebben drijfvermogen waardoor, zeker in buikligging, de voeten omhoog worden geduwd. Dit kledingpakket werkt als een beschermend duikpak. Die kunnen natuurlijk ook worden toegepast, maar gekleed zwemmen is nu eenmaal onderdeel van de opleiding. Dus pas het dan ook direct goed en praktijkgericht toe.
De integratie van beide systemen
Een buitenbadseizoen start veelal de laatste zaterdag van april. De eerste zomervakantiedag start meestal tien weken later. Op dat moment vloeien de primaire en secundaire leerstroom samen tot een logisch geheel. Na tien klokuren zwemles zal het vijfjarige kind in staat zijn om grotere afstanden te zwemmen in dieper water. Ofwel in het wedstrijdbad te zwemlessen.
Planning en leerdoelen
Een buitenbadseizoen duurt meestal twintig weken. Je kiest bij voorkeur een hoge lesinterval met een korte lestijd. Dus drie maal per week 20 minuten of twee maal per week en half uur. Uurslessen duren voor en buitenbad met een maximum watertemperatuur van 25 graden te lang en zijn ineffectief. Bij één klokuur zwemles per week haal je maximaal 20 klokuren effectieve lestijd per seizoen. Tijdens de zomerperiode gaan de meeste kinderen ook nog eens met vakantie. Maar deze ontbrekende lestijd kun je compenseren door af en toe ietsje langer door te gaan.
De beschikbare twintig lesuren dienen zo effectief mogelijk te zijn. Het aanleren staat centraal, het oefenen schrap je uit de lesinhoud. Dit verpak je in het productenassortiment van het zwembad. Een leskaart wordt daarbij gekoppeld aan een verplicht abonnement. Bij voorkeur een gezinsabonnement, want de kinderen mogen immers alleen komen oefenen onder volwassen begeleiding.
Het behalen van het diploma mag niet het doel zijn! Een diploma is een middel, geen garantiebewijs! Dus stellen we overlevingszwemmen als doel voor het eerste lesseizoen. Onder overleven versta ik, het jezelf kunnen redden bij volledig gekleed te water geraken over een korte afstand van enkele meters.
Het volledige lesplan omvat drie opeenvolgende zwemseizoenen. Bij aanvang van de eerste les en seizoen is het kind minimaal 5 jaar oud. Het is dan sterk genoeg om het intensieve lespakket aan te kunnen. Aan het einde van het eerste seizoen kan het overlevingszwemmen. Sommige snelle kinderen kunnen het A-diploma behalen. Tijdens de winterperiode dienen de ouders minimaal twee keer een binnenbad te bezoeken. Om te spelen en dus niet om te gaan zwemlessen! Bij aanvang van het tweede seizoen is het leskind zes jaar oud en daardoor sterk genoeg om in ieder geval het A-diploma te behalen. Sommige snelle kinderen kunnen het B-diploma behalen. Bij aanvang van het derde seizoen zijn alle leskinderen zeven jaar oud en daardoor sterk genoeg om het afrondende C-diploma te behalen.
De marketingmix
Ervaren zwembadmanagers doorzien de mogelijkheden waarschijnlijk al. Maar toch zet ik ze kort uiteen. Met deze methode is het niet nodig om een binnenbad op te zoeken in de wintermaanden. Aan het einde van het eerste seizoen kan het kind immers overleven bij te water geraken. De totale opleiding voor het gehele Zwem-ABC duurt met deze methode 60 klokuren verspreid over drie jaar (drie seizoenen). Daar het kind bij het afzwemmen voor diploma C de zevenjarige leeftijd heeft is het een reële doelstelling. Kostentechnisch kan een zeer scherp lestarief worden aangeboden. De verkoop van een totaalpakket voor het gehele ABC met diplomagarantie voor één prijs is realistisch en vrijwel zonder risico’s. En je bindt de klanten op deze manier aan je zwembad.
Secundair is een volledig markering instrumentarium goedkoop aan te bieden. De gezinnen met leskinderen hebben immers al een abonnement. Dus is watergewenning voor kleuters een zeer passende doelgroep. Dit voorkomt mede de wens van ouders om met een vier- of zelfs driejarig kind aan de “echte” zwemlessen te willen deelnemen. De oudere gezinsleden kunnen eveneens meeprofiteren. Aansluitend op het behalen van het diploma C kan een zogeheten ABC-plus pakket worden geïntroduceerd. Maar een samenwerking met eventueel aanwezige zwemverenigingen is ook een optie.
Nog een laatste tip. In het voorjaar kan het nog knap koud zijn. Dus plaatste ik de lessen dan in de middag. En sloot het zwembad voor recreanten want lesgeven tussen schreeuwende recreanten is Arbo technisch onverantwoord. Klanten die een los kaartje kopen zullen dit niet op prijs stellen, des te meer reden om een abonnement aan te schaffen. Daarmee kun je na afloop van de Lessen weer gewoon naar binnen. Tijdens de zomervakantie, en optioneel de meivakantie, verplaatste ik de lessen naar de vroege ochtend. De vroege vogels, meestal wat ouder, maken geen herrie en zijn zelfs zeer betrokken met het gezellige kleine grut in hun nabijheid. En dan kan het bad na afloop van de lessen continue open blijven voor de recreanten.