Zwembadbranche

Algemeen nieuws uit en over de ZwembadBranche

Opleidingen Zwembadtechniek 2023

Een nieuw jaar met vele nieuwe kansen. Die helaas ook een aantal onzekerheden meebrengen voor de ZwembadBranche. De aankomende Omgevingswet en aanverwante verplichtingen vormen hiertoe meestal de grondslag. Samengevat krijgt de normadressaat, verleden de houder van een zweminrichting geheten, veel meer vrijheden. Maar daardoor ook meer verplichtingen. Voorheen werd exact omschreven waaraan de normadressaat moest voldoen. We noemen dit ook wel middelengericht. Maar binnenkort dient de normadressaat dit zelf te omschrijven. We noemen dit ook wel doelgericht.

Het vangt aan met het opstellen van een Risico, Inventarisatie en Evaluatie, de zogeheten RIE of R,I&E, van de betreffende accommodatie. Dit was al verplicht krachtens de Arbowet maar het is nu noodzakelijk hier nog eens goed naar te kijken en waar nodig te actualiseren.

In de RIE worden de technische staat, lees het beheer, en de ingebruikneming, lees de exploitatie, van de accommodatie benoemd. Ik benoem beheer ook wel als de “vette kant” en exploitatie als de “natte kant”. Voor beide sectoren dient een, op de RIE, aansluitend plan van aanpak aanwezig te zijn. Voor de exploitatie omvat dit minimaal onderdelen zoals een sluitend werkrooster, een gebruiksvoorschrift van alle aanwezige arbeidshulpmiddelen, een toezichtplan en een calamiteitenplan. Deze onderdelen dienen bekend te zijn en uitvoerend te worden beheerst door de aanwezige medewerkers.

De medewerkers van de sector exploitatie en beheer dienen aantoonbaar vakbekwaam te zijn. Deze bewijslast kan vorm krijgen door vereiste diploma’s in het personeelsdossier op te nemen. Maar ook door hierin zogeheten toetsverklaringen op te nemen. In Nederland zijn daartoe twee toetsende instanties beschikbaar enwel het NLQF en het EVC.

Voor de aantoonbare certificering en diplomering van medewerkers voor de sector exploitatie zijn al vele afspraken gemaakt in, en vastgelegd voor en door, de Branche. Lifeguard, Zwemonderwijzer, Leidinggevende zijn hiervan enkele bekende beroepstitels.

Voor de aantoonbare certificering en diplomering van medewerkers voor de sector beheer is dit echter nog niet volledig geregeld. Maar daar wordt wel hard aan gewerkt. Door een aantal Branche instituten. Als uitgangspunt dienen alle technische medewerkers, voortvloeiend uit de Arbowet en enkele NEN-normen te beschikken over een van de onderstaande verklaringen:

  • Voldoende Opgeleid Persoon (VOP)
  • Vakbekwaam Persoon (VP)
  • Werkverantwoordelijke (WP)
  • Installatieverantwoordelijke (IV)

Het vereiste certificaat hangt samen met de zwaarte van de functie en uit te voeren werkzaamheden.

Daarnaast dient de medewerker te beschikken over een geldige veiligheidsverklaring, de zogeheten Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM) Checklist Aannemers. Zie hierna:

  • VCA-Basis
  • VCA-VOL
  • VCA-VIL

Het vereiste certificaat hangt samen met de zwaarte van de functie en uit te voeren werkzaamheden.

Voor bijzondere werkzaamheden waarbij een groot gevaar kan ontstaan zijn nog aanvullende diploma’s vereist. Dit is o.a. van toepassing bij werkzaamheden aan elektrotechniek en gastechniek.

De voorliggende periode werd ik veelvuldig benaderd voor advies en uitleg hierover. Ik tracht een ieder hierbij zo goed mogelijk te informeren. Veel informatie is al te vinden op mijn website. Maar schroom niet mij te consulteren voor een onafhankelijk adviesverzoek.

Ted Verbeek – ZwemConsult.

https://tedverbeek.nl

Ted Verbeek -ZwemConsult

Ethisch dilemma zwembadtechniek

Zwembadtechnicus ZTD3

Als ik in mijn jonge jaren uit het zwembad kwam stonk ik naar chloor en waren mijn haren en huid zeer droog. Het hoorde erbij, je wist niet beter. Toen ik later professional werd leerde ik in de beginfase het technische vakgebied van mijn leidinggevenden in de praktijk. Toen waren geluk en “emmerdosering” nog heel gewoon. Pas later werden speciale chloor- en zuurpompjes toegepast voor dit doel. De eerste commodore-64 werd in die jaren opgevolgd door de PC met 8086 processor. Waarmee ook het tijdperk van de computergestuurde zwembadmachinekamer het licht zag.

De filtratietechniek van zwembadwater was ook toen nog simpel maar effectief. En multifunctioneel bovendien. Mijn oude zwembad de Loete te Haastrecht was toen nog voorzien van open zandfilters en zonnecollectoren, een gestookte CV-ketel ontbrak. Met als gevolg dat het badwater na een aantal dagen bewolkt weer zeer koud werd, d.w.z. onder de 15 graden. Maar de zwemlessen moesten natuurlijk wel doorgaan i.v.m. de beperkte lengte van het zwemseizoen. Dus gaven we dan zwemles in de machinekamer in de open filters welke daartoe werden gevuld met het hete douchewater uit de boilers. Creatief en ontdekkend leren zwemmen is thans nog steeds modern. Tegenwoordig is dit bad voorzien van de modernste helofyten-filtertechniek met natuurlijk gezuiverd water, dus zonder chloor.

En dat brengt mij bij een persoonlijk ethisch dilemma. Waarom gooien we eigenlijk chloor in ons badwater?

Het supplement BAL artikel 15 in de, op komst zijnde, omgevingswet stelt het toedienen van chloor voor binnenzwembaden nog steeds verplicht. Doel is de zwemmer te behoeden tegen besmetting met ziekmakende bacteriƫn en virussen. Maar in diezelfde wet is ook een reeks artikelen opgenomen voor natuurlijk gezuiverde zwembassins waarin geen chloor wordt toegepast. Zwemmen in water zonder chloor is dus kennelijk wel mogelijk. Maar waarom dan niet ook toegepast in binnenzwembaden?

Chloor desinfecteert. Evenals een aantal andere bekende chemicaliƫn. De veronderstelling is dat er een buffervoorraad desinfectie preventief in het badwater aanwezig moet zijn. Maar is deze desinfectie in het zwembassin nu eigenlijk wel nodig? Is deze gedachtegang niet ook aan modernisering toe?

Het is met de huidige beschikbare technieken technisch mogelijk om alle soorten water volledig steriel te maken in de zwembadmachinekamer. Indien we dit honderd procent steriele water in het zwembassin pompen en het er ook weer op tijd uitzuigen is de kans op besmetting van een zwemmer relatief klein. Alleen mensen die zeer bevattelijk zijn lopen dan risico. Maar deze, zeer kleine, groep mensen zwemt niet vaak of in speciale therapiebaden.

Indien chloor wordt afgeschaft is de kans op het ontstaan van desinfectiebijproducten ook minimaal. Een deel van deze afvalstoffen komt bij chloorgebruik vrij in de zwemzaallucht met alle technische gevolgen en wettelijke bepalingen van dien. Zonder toepassing van chloor is dit deel van het euvel opgelost. Wat dan nog rest is de hoeveelheid uitgeademde lucht en de luchtvochtigheid. Net zoals in schoolgebouwen en ziekenhuizen. Dat is veel simpeler te overzien en te reguleren.

Is een zwembad zonder chloor beter voor de volksgezondheid?

De voordelen van een zwembad zonder chloor winnen het ruimschoots van de nadelen denk ik. De kans op besmetting is wel aanwezig maar in zeer beperkter, lees te verwaarlozen, mate. Maar dit is mijn persoonlijke visie.

Ik ben benieuwd naar de reacties op deze publicatie.

In Nunspeet is het zwembad zonder chloor nu in aanbouw. Ik volg die ontwikkeling op de voet.

In ieder geval wens ik hierbij alle amices genoeglijke dagen toe.

Ted Verbeek, ZwemConsult