Doelstellingen van deze site
De ZwembadBranche is onoverzichtelijk. Informatie is overal te vinden maar meestal subjectief vormgegeven. De organisatiestructuur is lastig te doorgronden en onoverzichtelijk. Het beschikbare onderwijs eveneens. Met deze site probeer ik hierin helderheid te verschaffen in duidelijke taal en met de hoogst haalbare mate van objectiviteit. Daarom nadrukkelijk het verzoek eventuele kritische noten aan mij door te geven. Dat kan via de contact pagina.
Beknopte uitleg zwemdiploma’s in Nederland
In een ver verleden werden diploma’s A en B afgegeven door de KNZB of het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Daarnaast waren enkel gemeenten actief die een eigen opleidingsstructuur hadden en examineerden. Andere zwembonden zoals Reddingsbrigade KNBRD verzorgden opleidingen en een diplomastructuur voor Zwemmend Redden.
Het bevoegde gezag heeft in 1984 getracht hier meer uniformiteit in de creëren. Hiertoe werd de toenmalige Nationale Raad Zwemdiploma’s in het leven geroepen. Hierin werd echter voorbijgegaan aan een instituut dat al in 1965 werd opgericht, de Nederlandse Vereniging voor Zwemonderwijzers. Beide organisaties NRZ en NVZ bestaan nog steeds. En daarbij kwamen de voorliggende decennia nog een flink aantal bij. Met als resultaat dat nu een grote verscheidenheid aan zwemdiploma’s worden opgeleid en uitgegeven.
Gelukkig hanteren bijna allen een vergelijkbare opleidingsstructuur. Het diploma Zwem-ABC is dan ook uitgangspunt. Omstreeks 1985 met geëxperimenteerd met een Basis-Zwemdiploma wat inhoudelijk ongeveer gelijkwaardig was aan het huidige niveau C van het Zwem-ABC. Maar deze zwemopleiding duurde voor vele betrokkenen te lang waardoor het uitvalpercentage hoog opliep. Daarnaast was de gebezigde historische terminologie; diploma A, B, C, D, E, F, enz. te veel ingeburgerd. Dus werd het Basis-zwemdiploma in drie gelijke delen A, B en C geknipt. Helaas wordt dat tot op heden nog steeds niet goed begrepen. Het is de bedoeling dat alle drie de diploma’s worden behaald. Alleen diploma A volstaat niet, het creëert zelfs een vals gevoel van veiligheid. Op dit moment trachten alle instituten de betrokkenen hierop te attenderen.
Beknopte uitleg “natte” beroepsopleidingen in Nederland
Een beroepsopleiding voor algemene sport- of zwemmen in het bijzonder werden verleden op drie niveaus onderwezen. De sportacademie was een hogere beroepsopleiding met een eerste graad onderwijsbevoegdheid. Het CIOS was een middelbare beroepsopleiding met een tweede graad onderwijsbevoegdheid. De KNZB en de Reddingsbrigade verzorgden specifieke lagere beroepsopleidingen zonder onderwijsbevoegdheid. Maar juist deze groep vakmensen stonden veelvuldig aan de bak.
De huidige erkende beroepsopleidingen tot zwemonderwijzer zijn allen minimaal MBO-2 gekwalificeerd maar op veelal MBO-3 niveau. Ze worden onderwezen door de, hiervoor genoemde, instituten en een aantal nieuwe. Bijna alle ROC’s in Nederland bieden een MBO-beroepsopleiding aan. Daarnaast zijn er vele particuliere instituten die minimaal vergelijkbaar of gespecialiseerd onderwijs verzorgen.
Beknopte uitleg “vette” beroepsopleidingen in Nederland
Een zwembad is technisch zeer complex. Dat zie je niet direct aan de buitenzijde, maar des temeer in de verborgen technische ruimten die niet toegankelijk zijn voor bezoekers. Om deze technische installaties deskundig te bedienen en onderhouden werden in het verleden badmeesters en -juffen in de praktijk opgeleid. Maar met het voortschrijden van de jaren nam de technische complexiteit toe. Er ontstond behoefte aan een echte beroepsopleiding. En die kwam er ook, de opleiding Zwembadmachinist. En deze basis is steeds verder ontwikkeld tot de huidige omvangrijke technische opleidingsstructuur.