e-zwemles-1

Lesdoelstelling

  • Watergevoel ontwikkelen
  • Watervrij maken
  • Vertrouwen opbouwen
  • Leren drijven met hulpmiddel
  • Leren te gaan staan met de hurkbeweging

Lesinhoud

In het water zal uw kind vrijwel continue met het gezicht in het water verblijven. Hiertoe is het noodzakelijk dat u uw kind leert de adem gedurende vijf tellen in te houden. Dit kan natuurlijk in het zwembad maar ook thuis. Ter voorbereiding op de lessen en gedurende de periode van het watervrij maken kunt u dit extra oefenen. Voor het naar bed gaan oefent u iedere dag drie maal achtereen het inhouden van de adem gedurende vijf tellen. Tel hardop mee met uw stem en
uw vingers. Vooral dit laatste is belangrijk omdat jonge kinderen nog erg visueel zijn ingesteld. Tijdens de ontwikkeling van de eerste lessen zal dit spelletje steeds gemakkelijker verlopen. Zodra de drie maal vijf tellen zonder moeite wordt volgehouden gaat u over naar drie maal tien tellen inhouden van de adem. Dit vormt de basis voor het goed leren zwemmen in een later stadium.

Wij starten met het voorwaarts durven drijven en weer gaan staan. Doe uw kind armvleugeltjes om de bovenarmen.

armvleugeltjes

Kies bij voorkeur een waterdiepte waarin de leerling kan staan op kniediepte. Als uw kind hierin op de knieën gaat zitten zal het water tot aan de borst komen. Doe eerst voor wat de bedoeling is. Ga hiervoor op de buik liggen met de handen op de bodem. Houd uw adem in en til rustig uw handen iets van de bodem zodat u blijft drijven met het gezicht boven water. Waarschijnlijk zakken uw mond en neus in het water maar blijven de ogen boven. Ga vervolgens weer zitten en leg uw kind uit dat we dit spelletje nu samen gaan proberen.

Ga tegenover uw kind zitten en pak de handen stevig vast zodat het zich veilig voelt. Nodig nu uit om op de buik te gaan liggen. Een beetje helpen door langzaam achterwaarts te bewegen kan geen kwaad. Zodra uw kind dit durft is het belangrijk dat het handcontact wordt aangepast. Vanaf nu en in alle andere opvolgende lessen dient uw kind uw wijsvingers vast te pakken. Houd hiertoe de handen een twintig tot dertig centimeter uit elkaar en richt de wijsvingers naar elkaar toe. Uw vingers hebben een juiste omvang voor uw kind om vast te pakken. Op deze wijze heeft uw kind de macht om vast te houden of los te laten wat het vertrouwen ten goede komt. Daarnaast kunt u voelen of uw kind hard knijpt of juist op het punt staat los te laten.

Zodra het voorover liggen met handcontact lukt, gaan we een stapje verder. Neem een meter afstand en nodig uw kind uit om dit stukje zonder hulp naar u toe te drijven. Steek uw handen uitnodigend uit zodat uw kind een doel heeft om op te richten. Dit spelletje dient u vele malen achter elkaar te oefenen. Vergroot de afstand in kleine stapjes zodra uw kind aangeeft dat het kan. Zorg er wel voor dat u altijd voor uw kind blijft en houdt oogcontact. Indien u naast of achter uw kind plaats neemt ziet het een grote open ruimte voor zich en dat is eng. Ook is dan uw hulp, in de beleving van het kind, niet in de buurt. Uw kind zal dan sneller in paniek raken of zijwaarts kijken waar u bent. En dat moet juist nu worden voorkomen.

Nu moet u eerst zelf de volgende oefening proberen (dat kan natuurlijk ook voorafgaand aan de les). Ga in diep water gestrekt op de buik drijven met de armen voorwaarts. Houd uw adem in, duw nu uw handen snel richting bodem en ervaar wat het gevolg is. Uw hoofd zakt onder water! Neem de gestrekte ligging op de buik nogmaals aan. Houd uw adem in en trek nu uw knieën snel onder de buik. Nu zakken uw voeten richting bodem terwijl uw hoofd boven blijft. Dit punt is erg belangrijk!

Zodra een kind in het water valt is de eerste reactie om met de handen houvast te zoeken. Dus zal uw kind de handen proberen op de bodem te zetten. En dat lukt niet omdat het water te diep is! Paniek is het gevolg. Uw kind zal wanhopig proberen het hoofd boven water te houden. Hiertoe trekt een kind de rug hol en spartelt met de handen boven water op zoek naar houvast. En juist als gevolg van deze reactie gaat het goed mis. En dat moeten we dus zo snel mogelijk afleren. Vanuit drijven komen tot staan kan op meerdere manieren. Zoals hiervoor benadrukt mag en kan het niet door steun te zoeken met de handen. Niet via de bodem maar vooral niet met behulp van een plankje, flexibeam of ander drijfmiddel. Zie hier de reden om de eerste lessen te starten met zwemvleugeltjes. Omdat de handen vrij blijven en geen steun in de buurt is (behalve uw wijsvingers in de beginfase) zal uw kind vanzelf de juiste beweging gaan oefenen en aanleren.

Neem weer plaats tegenover uw kind, laat uw kind op de buik drijven met gestrekte armen en biedt uw wijsvingers aan als hulpsteuntje. Geef nu aan dat uw kind de knieën onder de buik moet trekken. De voeten zakken naar de bodem en vervolgens kan uw kind gaan staan. Oefen dit spelletje vele malen achter elkaar. Voer de snelheid van het knieën onder de buik trekken op. Aan het knijpen in uw vingers kunt u voelen of het spelletje nog angst geeft danwel gewoon wordt. Zodra de angst weg is gaan we weer een stapje verder.

Neem weer enige afstand met de wijsvingers voor u en nodig uw kind uit naar u toe te drijven. Houdt ongeveer een halve meter de afstand tijdens het drijven door achterwaarts mee te bewegen. Geef dan mondeling aan “knieën onder de buik” (…) En staan. U zult merken dat uw kind na enige malen oefenen zelfstandig deze hurkbeweging wil gaan maken zonder hulp van uw wijsvingers. Pas zonodig een tussenstapje toe door een hand met wijsvinger aan te
bieden.

En hier stopt dan de eerste zwemles. Is dit alles? Ja, dit is meer dan voldoende. Laat uw kind nu lekker spelen tot het aangeeft naar huis te willen. Houdt tijdens het spelen goed in de gaten of de aangeleerde beweging om te gaan staan wordt toegepast. Corrigeer indien uw kind de handen gebruikt om te gaan staan. Deze hurkbeweging is een zeer belangrijke schakel in de gehele zwemopleiding en komt in meerdere varianten terug. Een stuk terug in de tekst gaf ik aan dat het gaan staan vanuit drijfligging op meerdere manieren kan. De tweede wijze is de schroefbeweging. Deze wordt in de volgend lessen toegevoegd.

Lescontrole

  • Is uw kind nu aan het gevoel van water tegen het lichaam gewend?
  • Is uw kind nu niet meer bang in het water?
  • Vertrouwd uw kind op uw aanwezigheid en hulp indien nodig?
  • Durft uw kind nu te gaan drijven met armvleugeltjes?
  • Durft uw kind een poging te doen om te gaan staan met de hurkbeweging?

e-zwemles-index e-zwemles-2 e-zwemles-3 e-zwemles-4 e-zwemles-5 e-zwemles-6 e-zwemles-7 e-zwemles-8 e-zwemles-9 e-zwemles-10 Contact