Lesdoelstelling
- Maken van de hurkbeweging voorwaarts
- Maken van de hurkbeweging achterwaarts
- Gaan staan vanuit de rugligging
Lesinhoud
Wij starten weer met het voorwaarts durven drijven en weer gaan staan. Doe net als vorige keer uw kind armvleugeltjes om de bovenarmen. Iedere les vangt aan met het kortstondig teruggrijpen naar het de lesstof van de voorgaande lessen. Het dient om op te warmen maar ook om te helpen aanvoelen en herinneren bij uw kind.
In les twee stond een waarschuwing. Pas op dat uw kind niet op de rug draait want dan kan het niet gaan staan. Het gaan staan vanuit de rugligging is ons eerste leerdoel voor vandaag. Doe eerst voor wat de bedoeling is. Ga op de bodem zitten, haal diep adem, doe uw hoofd achterover en duw de buik omhoog. Blijf nu vijf tellen op de rug drijven. Nu mag uw kind het gaan proberen na te doen. Geef een helpende wijsvinger en nodig uw kind uit om het hiervoor beschreven spelletje te doen. Tel hardop mee tot vijf. En dan gaat het mis! Want hoe moet je nu gaan staan?
Probeer voorafgaand aan de les de volgende oefening eerst zelf zodat u begrijpt en aanvoelt waar het probleem zit. Ga op de rug drijven in diep water. Probeer nu met de voeten de bodem aan te raken. Het gevolg is dat u uw rug hol trekt en erg ongemakkelijk, zelfs pijnlijk, in het water komt te liggen. En uw voeten komen heus niet bij de bodem op deze wijze. Dit is dus niet de goede manier. Wat helpt is het maken van een zwembeweging zodat u uw lichaam min of meer in de rechtstandige positie duwt. Bedenk dat uw kind nog niet kan zwemmen. Dus is ook deze methode niet echt geschikt. De juiste methode werkt als volgt: ga op uw rug drijven. Haal diep adem en breng uw knieën naar de borst. U neemt dus een gehurkte houding aan. Doordat de balans van het lichaam in het water veranderd zullen uw benen nu vanzelf richting bodem zakken. Til nu rustig uw hoofd omhoog en u zult vanzelf in de verticale positie komen en kunnen gaan staan. Probeer vervolgens ook de volgende oefening die aansluit op de vorige. Ga op uw rug drijven en haal diep adem. Neem de hurkhouding aan zodat uw voeten richting boden zakken. Til nu uw hoofd uit het water. Echter, strek niet uw benen maar blijf in de gehurkte houding wachten. U zult merken dat u lichaam nu vanzelf doordraait naar de buikligging. Als u deze oefening snel en vloeiend uitvoert ontdekt u dat het heel gemakkelijk is om met deze methode van de rug naar de buik te draaien en weer terug. Deze twee bewegingen gaan we nu aan uw kind leren.
Wij starten met het kortstondig herhalen van de oefening uit les 1, zie hierna: Neem weer plaats tegenover uw kind, laat uw kind op de buik drijven met gestrekte armen en biedt uw wijsvingers aan als hulpsteuntje. Geef nu aan dat uw kind de knieën onder de buik moet trekken. De voeten zakken naar de bodem en vervolgens kan uw kind gaan staan. Oefen dit spelletje vele malen achter elkaar. Voer de snelheid van het knieën onder de buik trekken op. Aan het knijpen in uw vingers kunt u voelen of het spelletje nog angst geeft danwel gewoon wordt. Zodra de angst weg is gaan we weer een stapje verder. Neem weer enige afstand met de wijsvingers voor u en nodig uw kind uit naar u toe te drijven. Houdt ongeveer een halve meter de afstand tijdens het drijven door achterwaarts mee te bewegen. Geef dan mondeling aan “knieën onder de buik” (…) En staan. U zult merken dat uw kind na enige malen oefenen zelfstandig deze hurkbeweging wil gaan maken zonder hulp van uw wijsvingers. Pas zonodig een tussenstapje toe door een hand met wijsvinger aan te bieden.
Nu gaan wij hetzelfde oefenen vanuit de rugligging. Geef uw kind weer uw wijsvinger en nodig uit om op de rug te gaan drijven. Geef dan mondeling aan “knieën naar de buik”, hoofd optillen, (…) En staan. Uw kind zal op deze wijze gemakkelijk gaan staan omdat het de armvleugeltjes aan heeft. Deze werken als een soort schommel. De vleugeltjes met daarin de armen blijven drijven en het lichaam van uw kind kan daartussen van voor naar achter en weer terug schommelen. Met enige gepaste hulp zal uw kind het spelletje al snel doorhebben. Zoals aangegeven bestaat de kans dat uw kind doordraait naar de buikligging indien de beweging snel wordt uitgevoerd. En dat is ook precies de bedoeling. Zie hierna.
Zodra deze beweging wordt begrepen gaan we het weer vele malen oefenen. Op je buik drijven (vijf tellen), knieën onder de buik en draaien, doordraaien naar de rug en op je rug drijven (vijf tellen) en dan weer terug. Voer de snelheid spelende wijze op. Wissel de nu aangeleerde bewegingen in willekeurige volgorde af. Voorover duiken en vijf tellen uitdrijven, draaien naar de rug en vijftellen uitdrijven, gaan staan, weer vallen etc. Het tweede leerdoel voor vandaag omvat het verder uitwerken van het voorover vallen. Nodig uw kind uit om af te zetten tijdens het voorover vallen. Duik dus naar voor en drijf uit met je hoofd in het
water (vijf tellen). Dit spelletje wordt al snel begrepen en vormt een welkome vaardigheid voor het spelen. En daarmee sluiten we les drie ook weer af. Laat uw kind weer spelen en blijf in de buurt om toezicht te houden op de veiligheid van uw kind. Bedenk dat de verworven vaardigheden nog zeer pril zijn. U kunt dus wel zittend op de badrand toezicht houden maar niet vanuit een stoel die ergens verderop op het perron staat.
Lescontrole
- Kan uw kind de hurkbeweging voorwaarts maken?
- Kan uw kind de hurkbeweging achterwaarts maken?
- Kan uw kind vanuit de voorwaartse ligging via de hurkbeweging komen tot de achterwaartse ligging?
- Kan uw kind vanuit de achterwaartse ligging via de hurkbeweging komen tot de voorwaartse ligging?
- Kan uw kind gaan staan vanuit de buikligging?
- Kan uw kind gaan staan vanuit de rugligging?
e-zwemles-1 e-zwemles-2 e-zwemles-index e-zwemles-4 e-zwemles-5 e-zwemles-6 e-zwemles-7 e-zwemles-8 e-zwemles-9 e-zwemles-10 Contact