e-zwemles-6

Lesdoelstelling

  • Snel bewegen in het water
  • Springen van de kant
  • Springen zonder drijfmiddel

Lesinhoud

We starten deze zwemles met het herhalen van de aangeleerde vaardigheden uit de voorgaande lessen. Voorover vallen, achterover vallen, borstcrawlen met de armen, op de rug trappelen met de benen. En dit alles in een stevig tempo. De netheid is niet belangrijk, het snelle bewegen in het water is het hoofddoel. Na vijf minuten opwarmen gaan we beginnen met de les.

Het eerste doel voor vandaag is het springen van de kant in het water. Nu hebben de meeste overdekte zwembaden tegenwoordig een zogeheten overlooprand. Het verse zwemwater komt uit de bodemroosters omhoog en loopt over de badrand in een goot die meestal is afgedekt met een rooster. In deze baden is de rand dus gelijk met het waterniveau. Veel buitenbaden en enkele binnenbaden hebben nog een echte badrand van 20 tot soms 40 centimeter hoog. Dat is geen bezwaar voor de zwemles maar vormt wel een aandachtspunt voor de veiligheid. Deze opstaande rand is voorzien van een grijprand in de tegelwand of een metalen grijpstang. Beiden zijn erg gevaarlijk. In de grijprand in de tegelwand past precies de knie van uw kind. Hierdoor is de kans aanwezig dat uw kind tijdens het klimmen tegen de rand met de knie in die grijprand schiet. Als dan de handen van de badrand losschieten waardoor uw kind achterover in het water valt, bestaat de kans dat de knie breekt. Wees hierop bedacht en blijf erbij ter ondersteuning voor het geval het hiervoor bedoelde gebeurt. De bassins met een grijpstang zijn ook gevaarlijk. De stang zit exact 8 centimeter van de muur en ook daar past een kinderbeen tussen. Bij het op de kant klimmen, bestaat dus hetzelfde gevaar als bij de beschreven grijprand in de tegelwand. Daarnaast zijn ze ook gevaarlijk tijdens het springen. Zeker in de beginfase is uw kind nog angstig en zal geneigd zijn vlak langs de rand te springen. En dan kunnen de voeten achter die grijpstang schieten en breken. Met het doel dit gevaar te overbruggen gaan we het springen intensief begeleiden. In de navolgende lessen is het eveneens noodzakelijk dat u altijd in het water staat in de nabijheid van uw kind zodra het gaat springen. Pas veel later in het gevorderden stadium kan het springen zonder uw hulp en toezicht gaan gebeuren. Wees hier altijd alert op en vertrouw niet op uw geluk!

En dan de waterdiepte. Springen doen we altijd in water dat minimaal heupdiep is voor uw kind. Er moet voldoende water zijn om de snelheid af te remmen bij het te water plonzen. Bij een overlooprand is heupdiepte net genoeg voor dit doel. Bij een hoge badrand niet! Kies in een dergelijk bassin borstdiep water omwille van de veiligheid. En zorg altijd in de eerste fase van deze zwemlessenreeks voor een helpende en corrigerende hand. Indien uw kind de bodem hard raakt met de hielen doet dat niet alleen pijn maar zal het ook schrikken en daarna angst krijgen voor het springen. Dat moeten we dus altijd voorkomen.

En dan gaan we nu starten. Help uw kind op de badrand. De voorkeur gaat uit naar het op de kant klimmen zonder hulp. Dat mag via het trapje. Maar ook tegen de overlooprand op. Het tegen de hoge badrand van het buitenbad opklimmen (indien van toepassing) is erg moeilijk in deze fase. Indien u een helpende hand biedt mag u uw kind niet bij de armen vastpakken. Die zijn immers nodig om te klimmen. De beste methode is het geven van een steuntje met de hand onder de billen. Het vastpakken van het bovenbeen en een beetje mee duwen gaat ook erg goed. Uw kind staat nu op de badrand op een plaats met voldoende waterdiepte zoals hiervoor beschreven. Ga tegenover uw kind in het water staan en pak beide handen vast. Nodig nu uw kind uit om te springen. Zodra het springt verstevigd u uw greep en remt de valsnelheid af. Op deze wijze komt uw kind met een zachte landing in het water en met de voeten op de bodem. De eerste keren is het een hele overwinning voor uw kind. En ze durven het lang niet allemaal spontaan te doen. Een beetje druk uitoefenen door zachtjes aan de handen te trekken kan geen kwaad maar overdaad schaadt. Bij een heel bang kind dat echt niet durft passen we een trucje toe. Plaats uw ene hand onder de oksel en pak met de andere hand het bovenbeen vast. Nu kunt u uw kind in het water tillen zonder uw rug bovenmatig te belasten. Na enige keren deze methode te hebben toegepast zal het waarschijnlijk wel lukken om met de twee handjes vasthoudend te springen. Zodra uw kind aangeeft dat het minder angstig is, u kunt het ook voelen door de slapper worden greep van uw kind, biedt u nog maar een hand aan. Of beter gezegd, een wijsvinger, net als bij de voorgaande lessen. Oefen dit deze zwemles meerdere malen. Wissel na een aantal keren springen af met een stukje borstcrawl zwemmen.

Ongeveer halverwege de zwemles gaan we het tweede leerdoel voor vandaag toevoegen. Doe de armvleugeltjes af! Uw kind is gewend aan het drijfvermogen van die vleugeltjes. Het is nu tijd om dat veilige gevoel weg te halen. Uw kind staat in heupdiep water. U gaat tegenover uw kind staan op een goed meter afstand en biedt uw wijsvingers aan. Nodig uit om het springen van de kant nu in het water na te doen. Spring maar naar mij toe en pak mijn vingers vast (…) Na enige malen oefenen vergroot u uw afstand naar een meter of twee en nodigt uw kind uit om de sprong te wagen. Voordoen helpt! Ga naast uw kind staan, haal diep adem, duik voorover en drijf vijf tellen door met uw gezicht in het water. Kijk, zo moet het (…) Dit spelletje lukt meestal niet van het ene op het andere moment. Soms duurt het meerdere lessen voor uw kind deze stap aandurft. Er is een tussenstapje mogelijk. De armvleugeltjes kunnen gemakkelijk worden vastgepakt door uw kind. De vingers worden in het vleugeltje gestoken op de platte onderzijde en de duimen klemmen vervolgens vast. Met beide vleugeltjes, een in iedere hand, lukt het meestal wel. Na enkele keren proberen kunt u de vleugeltjes alsnog wegnemen en uitnodigen om het zonder te proberen. We sluiten deze les af met het een aantal keren voorover duiken en vijf tellen borstcrawlen met ingehouden adem. Probeer dit zonder de armvleugeltjes. Indien het nog een stap te ver is kan deze oefening worden uitgevoerd met de vleugeltjes in beide handen. Dit zal het borstcrawlen belemmeren maar dat geeft niet. Het is immers spannend en leuk (…)

Lescontrole

  • Beweegt uw kind nu snel in het water?
  • Durft uw kind nu te springen van de kant met armvleugeltjes om?
  • Durft uw kind nu te springen van de kant zonder drijfmiddelen?

e-zwemles-1 e-zwemles-2 e-zwemles-3 e-zwemles-4 e-zwemles-5 e-zwemles-index e-zwemles-7 e-zwemles-8 e-zwemles-9 e-zwemles-10 Contact