e-zwemles-8

Lesdoelstelling

  • Drijven op de rug zonder armvleugeltjes
  • Drijven op de buik zonder armvleugeltjes

Lesinhoud

Vandaag gaan we iets moeilijks doen. Na het opwarmen door de geleerde lesstof vijf minuten te herhalen doen we de armvleugeltjes weer af. Het drijven op de rug zonder drijfmiddel is het eerste leerdoel voor vandaag. Tot nu toe heeft uw kind met armvleugeltjes leren borstcrawlen, rugcrawlen, springen van de badrand en keren met de hurkhouding en met de schroefbeweging. Ook het voorover vallen zonder drijfmiddel kwam al even aanbod. Aan het einde van les 6 probeerden we zelfs al eens vijf tellen te borstcrawlen zonder drijfmiddel. Het drijven op de rug is echter een hele stap die zorgvuldig moet worden benaderd.

Doe eerst voor wat de bedoeling is. Ga op de bodem van het bassin zitten en plaats de handen naast uw heupen op de grond. Doe dit in een, voor u zelf, juiste waterdiepte waarbij het waterniveau tot de borst komt. Uw kind kan naast u blijven staan om te kijken. Duw nu uw buik omhoog zodat u in een gestrekte rugligging komt. Haal diep adem en laat uw hoofd rustig in het water zakken. Hierbij brengt u de kin zover omhoog dat het puntje net boven water steekt. Alleen het gezicht is nu boven water. Bij de juiste houding zal het water de haargrens raken, net onder de ooghoeken staan en de onderkant van de kin raken. Begrijpt u het? Prima (…) Til nu uw handen rustig een klein stukje van de bodem en blijf vijf tellen drijven. Doe vervolgens de handen weer tegen de bodem, haal opnieuw adem en herhaal de drijfoefening gedurende vijf tellen. Het is belangrijk dat u rust uitstraalt en geen angstig gezicht trekt. Glimlachen naar uw kind tijdens deze voorbeeldoefening doet wonderen. Schaterlachen mag natuurlijk ook, alleen loopt dan uw mond hoogstwaarschijnlijk vol water en creëert u een prachtige bende in plaats van de goede zwemles. Nu mag uw kind het spelletje nadoen. Ga op de bodem zitten met uw benen in spreidstand. Laat uw kind tussen uw benen plaats nemen met de rug naar uw borst gekeerd. Plaats uw handen onder het achterhoofd van uw kind met de vingers naar de rug gericht. Uw vingers wijzen dus van u af waarbij uw handen in het verlengde staan van uw onderarmen. Geef uw kind aan dat het omhoog moet kijken. Ondersteun het hoofd dusdanig dat de oren boven water blijven. En houdt het hoofd stevig vast. Door uw handen in een kom te vormen biedt u een prettig aanvoelend steunpunt voor uw kind.

Nodig uw kind nu uit de buik omhoog te duwen zoals u zelf hebt voorgedaan. Vervolgens gaan we het ademhalingsritme enkele keren toevoegen. Adem in (…), vijf tellen inhouden, maak een dikke buik (…), goed zo / prima (…), blaas uit en nog een keer (…). Let op: tot nu toe heeft u het hoofd van uw kind vastgehouden waarbij de oren boven water bleven. Nu legt u het volgende stapje uit. Jij gaat weer op je rug drijven en dan laat ik je oren zachtjes in het water zakken. Na vijf tellen duw ik je hoofd en je oren weer boven water (…) Tijdens de voorgaande lessen is uw kind al met de oren in het water gekomen. Maar dan had uw kind zelf de macht door de armvleugeltjes om op ieder gewenst moment het hoofd weer op te tillen. Zonder armvleugeltjes ontbreekt dit veilige gevoel. Indien de armen omlaag worden gebracht komt het hoofd niet boven water zoals dat wel gebeurd met armvleugeltjes. Indien de hurkhouding wordt aangenomen met het doel te gaan staan zakt het hoofd nu onder water terwijl met armvleugeltjes het hoofd juist boven blijft. Als dan ook nog de adem wordt uitgeblazen bij het willen gaan staan is de schrik helemaal groot want dan zakt uw kind onverwachts naar de bodem. Daarom moet u deze oefening goed begeleiden. Herhaal het achterover gaan liggen met ingehouden adem vele malen en geef het hoofd hierbij continue ondersteuning. Zodra uw kind goed horizontaal op de rug drijft haalt u kortstondig en heel rustig de handsteun weg zodat uw kind voelt dat het blijft drijven. Geef echter wel handsteun tijdens het maken van de hurkbeweging tot het moment dat uw kind weer op de bodem zit en zich veilig voelt. Pas na een behoorlijk aantal keren oefenen zal uw kind het aandurven dit zonder hulp uit te voeren. En dat lukt meestal niet in één les.

Het tweede leerdoel voor vandaag is eigenlijk een herhaling van een onderdeel uit les 6. Nu uw kind achterover durft te gaan liggen met uw hulp, of uw hulp in de directe nabijheid is de stap naar het drijven op de buik zonder armvleugeltjes gemakkelijk. Ga weer tegenover uw kind staan op twee meter afstand en nodig uit om voorover te vallen met ingehouden adem. Met armvleugeltjes is dit al vaak geoefend. Meestal durven de kinderen in dit lesstadium deze oefening nu zonder angst te proberen. Pak de handen van uw kind vast of biedt de wijsvingers aan bij het gaan staan. Benadruk dat uw kind de knieën onder de buik moet trekken bij het gaan staan. Zodra de oefening zonder angst wordt uitgevoerd gooit u het tempo omhoog. Voorover duiken met de armen gestrekt voor, vijf tellen uitdrijven, gaan staan met de hurkhouding, en weer opnieuw (…) Zelf enthousiast meedoen naast uw kind helpt enorm. Kijk niet vreemd op als andere kinderen in uw buurt spontaan mee gaan doen. Het werkt erg aanstekelijk en het is een prachtig wild spelletje om te spelen.

Lescontrole

  • Durft uw kind nu zelfstandig te drijven op de buik en rug?

e-zwemles-1 e-zwemles-2 e-zwemles-3 e-zwemles-4 e-zwemles-5 e-zwemles-6 e-zwemles-7 e-zwemles-index e-zwemles-9 e-zwemles-10 Contact