Historie Zwembadtechniek
Zwemmen is in Nederland onderdeel van ons leven. Een groot deel van ons land bevind zich onder zeeniveau en is in ruime mate voorzien van rivieren, meren, plassen, vennen en natuurlijk de zee. Leren zwemmen gebeurde vanouds in de open wateren. Maar dat was niet altijd zonder gevaar. Er ontstond behoefte aan veiliger zwemwater. Daartoe werden de zwembaden ontwikkeld.
In een ver verleden bestond een zwembad uit een bassin gevuld met gedesinfecteerd water. Dat bassin kon zowel buiten liggen als overdekt zijn. De desinfectie werd meestal gerealiseerd met behulp van chloor. Chloor werd aan het bassinwater toegevoegd met behulp van een klein chloorpompje dat handmatig werd bediend.
Voortschrijdend inzicht deed ons beseffen dat het toepassen van chloor niet volstond. Water heeft van nature ook een zuurgraad. De natuurlijke zuurgraad van regenwater, oppervlaktewater en grondwater is niet echt geschikt voor het menselijk lichaam. Dus werd de zuurgraad eveneens gecorrigeerd met behulp van een zuurpompje. In het verleden zoutzuur, nu meestal zwavelzuur.
Een zwembad bevat bewegend water, het is een kunstmatige rivier. Daartoe is een grote pomp geïnstalleerd die het bassinwater rondpompt. We noemen dit de kringloop. Daar het zwemwater vervuild raakt met grof vuil zoals bladeren, huidschilfers en ander organisch vuil is ook een filter in de kringloop opgenomen. Dat filter bestaat uit een grote bak of tank gevuld met zand.
De badmeester of badjuf van het eerste uur was belast met de bediening van deze eenvoudige technische installatie.
Heden
Tegenwoordig is de toegepaste techniek veel complexer. Het verwijderen van de grove vervuiling doen we nu met een aantal soorten filters. Die zijn gevuld met verschillende soorten zand, glaskorrels en soms ook koolstof. Daarnaast worden nu ook filters toegepast met membramen, dit zijn vaste platen of buizen met hele kleine gaatjes.
De zwembadchemie is ook doorontwikkeld.
Chloor toevoegen is nog steeds bij wet verplicht. Maar er zijn al zwembaden die zonder chloor mogen werken. Dat chloor wordt soms nog met een tankwagen of in een grote container bij het zwembad bezorgd. Maar in toenemende mate produceert een zwembad het chloor terplaatse uit zout. Of met behulp van droog chloor in de vorm van granulaat of tabletten.
Zuur wordt toegepast in vele varianten. Naast het al genoemde zoutzuur en zwavelzuur is ook koolzuur aanwezig. En als restproduct van de energievoorziening soms ook salpeterzuur. In het badwater werd ook wel cyanuurzuur toegepast.
De hardheid van het water wordt tegenwoordig ook aangepast naar de behoefte. Hiertoe zijn soms waterontharders geïnstalleerd maar ook waterverharders in de vorm van speciale apparatuur.
Desinfectie van het water wordt nu gedaan met speciale apparatuur. Dat kan chemisch met behulp van Ozon, met licht in de vorm van UV, natuurkundig met behulp van wervelingen in het water, biologisch met behulp van planten en zelfs met geluid. Chloor is dus eigenlijk niet meer nodig om water steriel te maken.
Toekomst
De mogelijkheden voor zwemwaterdesinfectie zijn nog steeds in ontwikkeling. Hiermee wordt de gehele technische installatie in een zwembad wel zeer complex. Er ontstond in toenemende mate behoefte aan specialistische kennis. En die is aanwezig bij de speciaal opgeleide Zwembadtechnicus.